Ik heb het gedaan in een opwelling e-bog
"Plotseling merkt hij dat de ramen niet beslagen zijn, zoals anders als zijn vrouw de was ’s winters binnen hangt. Het ruikt zurig en het is ongebruikelijk stil in huis.
‘Waar zijn de kinderen?’ roept hij, maar hij krijgt geen antwoord.
Als Artur de deur van de slaapkamer opendoet, ziet hij de grote, koperen wasketel vlak achter de drempel staan. Hij zit halfvol water, de rest is over de grond gelopen. Het water in de ketel is vermengd met braaksel."
Het is een koude Pasen in het voorjaar van 1929. Artur laat zijn vrouw en zijn drie kinderen een paar uur alleen om brandhout te gaan halen in het bos. Wanneer hij terugkomt, is zijn wereld ingestort. Het verhaal over Ingeborg Andersson en wat er die dag in 1929 is gebeurd, was zeventig jaar lang een goed bewaard geheim. Het tragische familiedrama wordt nu naverteld door de kleindochter van Ingeborg Anderssons zus, Maria Bouroncle.
Maria Bouroncle (1965) is na een lange carrière in internationaal ontwikkelingswerk in Helsinki, Kopenhagen en Washington D.C. terug in haar geboortestad Göteborg, waar ze nu full-time aan het werk is als auteur. 'Ik heb het gedaan in een opwelling: Het verhaal van Ingeborg Andersson, kindermoordenares' is haar debuut.